Staatsbosbeheer is gestart met de aanplant van de eerste 9 hectare jonge bomen in de Geitenwaard bij het Zevenaarse dorp Herwen.
Dit is volgens gemeente Zevenaar het begin van de ontwikkeling van het zeldzame hardhoutooibos langs de Waal.
De Geitenwaard is een van de weinige plekken die geschikt is voor de ontwikkeling van dit type bos. Het gaat hier om de combinatie van de goede kleiige bodem van de uiterwaard in een stroomluw deel waar de afvoer van hoog water geen rol speelt. Naast het hardhoutooibos worden bijzondere bloemrijke graslanden ontwikkeld. De biodiversiteit krijgt zo in de Geitenwaard een impuls.
Staatsbosbeheer plant gevarieerd bos met onder andere zomereik, fladderiep, gewone esdoorn, haagbeuk, zwarte els, veldesdoorn en zwarte populier. Op de lagere delen komen vooral wilgensoorten zoals katwilg en amandelwilg en ruimte voor spontane bosontwikkeling. Op den duur ontstaat hier een gevarieerde ondergroei met zeldzame planten als besanjelier, muskuskruit, maarts viooltje en bosgeelster. Dit is vooral voor vogels als de blauwborst, de nachtegaal en de wielewaal van grote waarde.
Deze natuurontwikkeling vindt plaats op gronden van Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer. En sluit aan bij de particuliere natuurrealisatie in het westelijk deel van de Geitenwaard. Het plantmateriaal voor het ooibos wordt aangeleverd door het team Zaad & Plantsoen van Staatsbosbeheer.
De Geitenwaard ligt in het Natura 2000-gebied Rijntakken en is onderdeel van de Rijnwaardense Uiterwaarden, een grote uiterwaard langs de Rijn. Het project Geitenwaard is onderdeel van het landelijke programma Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG) in opdracht van LNV. Dit is een voorbeeld waar de uitbreiding van zeldzame en voor Nederland karakteristieke bostypen wordt gecombineerd met andere ruimtelijke ontwikkelingen zoals waterveiligheid.