Onderzoek naar misstanden donorzaad bij ziekenhuis Rijnstate

Deze week is een onafhankelijk onderzoek van start gegaan naar het handelen binnen fertiliteitsbehandelingen in Rijnstate, waartoe ook het Zevenaarse ziekenhuis behoort, in de jaren ’80 en later. 

In die periode is er niet altijd zorgvuldig omgegaan met donorzaad en zijn keuzes gemaakt die tot op de dag van vandaag voelbaar zijn. Het onderzoek richt zich op het bredere functioneren van de kliniek, het handelen van een voormalig gynaecoloog die mogelijk zijn eigen zaad gebruikte voor inseminatie en of er sprake was van verwisselingen van sperma.

In een tijd waarin medische protocollen en toezicht minder strikt waren, zijn helaas praktijken voorgekomen die diepe impact blijken te hebben op het leven van wensouders, donoren, donorkinderen en zorgverleners. Wat toen gebeurde, vraagt nu om helderheid en erkenning, laat Rijnstate in een nieuwsverklaring weten. 

Rijnstate heeft al eerder onderzoek laten doen naar de administratie en documentatie van fertiliteitsbehandelingen met donorzaad uit het verleden. Daaruit bleek dat niet alle gegevens volledig of accuraat waren geregistreerd. Die bevindingen vormen de basis voor dit vervolgonderzoek, dat wordt geleid door prof. dr. Jan Kremer (Radboudumc), in samenwerking met jurist Philip Backx. Beiden hebben ruime ervaring met vraagstukken op het snijvlak van zorg, ethiek en samenleving.

De recent aangepaste Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting maakt nu landelijke registratie van donoren verplicht. Ook zijn hierdoor gegevens van de verschillende semenbanken aan elkaar gekoppeld. Dankzij deze wijziging komen nieuwe inzichten aan het licht, onder meer over het aantal keren dat sperma van bepaalde donoren is gebruikt.